Een regenwaterzuil is een hoge, smalle regenton die eruitziet als een decoratieve zuil (een soort pilaar of vat). De zuil neemt weinig ruimte in beslag, ziet er mooi uit en u kunt er regenwater in opvangen. U kunt dit regenwater vervolgens gebruiken om bijvoorbeeld uw tuin te sproeien, een gieter te vullen of uw auto te wassen.

Hoe werkt een regenwaterzuil?

1. U sluit de regenwaterzuil aan op de regenpijp van uw dak.
2. Als het regent, stroomt het water via een vulautomaat of aftakking in de zuil.
3. Zit de zuil vol? Dan loopt het overtollige water weer verder via de regenpijp of via een overloopslang naar de tuin.
Onder aan de zuil zit vaak een kraantje, waar u makkelijk een gieter kunt vullen.

Waar moet u op letten bij het plaatsen van een regenwaterzuil?

De volgende dingen zijn belangrijk om op te letten als u een regenwaterzuil gaat plaatsen:

  1. Plek waar de regenwaterzuil komt:
    • Zet de zuil op een vlakke en stevige ondergrond (bijvoorbeeld op tegels of beton).
    • Plaats de zuil dicht bij een regenpijp. Zo kunt u de zuil makkelijk aansluiten.
    • Zet de zuil in de schaduw als dit gaat. Zo voorkomt u algengroei.
  2. De zuil aansluiten op de regenpijp:
    • Gebruik een vulautomaat of regenpijp-aftakking. Daarmee stroomt het water vanuit de regenpijp in de zuil. Deze automaten zijn vaak zo gemaakt dat ze automatisch stoppen met vullen zodra de zuil vol is.
    • Let op: als u subsidie wilt aanvragen, moet de overloop naar de tuin gaan. De overloop mag niet naar het riool gaan. Met bijvoorbeeld een infiltratievoorziening kunt u de overloop naar de tuin laten gaan.
  3. Overloop regelen:
    • Zorg dat er een overloopslang is aangesloten die het water opvangt als de zuil vol is.
    • Kies 1 van deze 3 opties om het overtollige water naartoe te laten stromen:
      1. een stukje open grond
      2. een infiltratiekrat onder de grond
      3. een wadi. Dit is een soort kuil in de tuin waar het water in kan zakken.
  4. Onderhoud:
    • Houd de inlaat van de zuil schoon van bladeren en vuil.
    • Maak het kraantje af en toe schoon.
    • Laat de zuil aan de bovenkant dicht. Zo kunnen er geen muggen of vuil in komen.