Veelgestelde vragen
Op deze pagina vindt u veelgestelde vragen over de verschillende thema's op het gebied van duurzaamheid.
Staat uw vraag er niet bij? Neem dan contact met ons op via duurzaam@beesel.nl.
Energie opwekken
Energie opwekken in de eigen woning
Is er subsidie voor zonnepanelen?
Op dit moment zijn er geen subsidies specifiek voor zonnepanelen.
Wel zijn er stimuleringsleningen met een lage rente. Denk aan de Duurzaam Thuis lening van de provincie Limburg.
Op www.energiesubsidiewijzer.nl (Deze link gaat naar een andere website) staan alle financieringsmogelijkheden voor woningeigenaren op een rij.
Mag ik zonder vergunning zonnepanelen op het dak van mijn woning plaatsen?
Op uw eigen woning mag het meestal zonder vergunning. Dit moet altijd gecheckt worden. U kunt zelf deze check doen op het omgevingsloket (Deze link gaat naar een andere website).Er zijn gevallen dat er wel een vergunning nodig is. Bijvoorbeeld als het een monument betreft, een rijksbeschermd dorpsgezicht of als de zonnepanelen buiten het dakvlak vallen. Lees hier welke regels en voorwaarden er zijn om zonnepanelen, warmtepomp of airco te plaatsen. (Deze link gaat naar een andere website)
Mag ik zonnepanelen op mijn erf of in mijn tuin plaatsen?
Dat is afhankelijk van de situatie. Waarschijnlijk heeft u een vergunning nodig. Hiervoor moet u altijd contact opnemen met de gemeente. Lees hier welke regels en voorwaarden er zijn om zonnepanelen, warmtepomp of airco te plaatsen. (Deze link gaat naar een andere website)
Mag ik een kleine windmolen op mijn dak, erf of in mijn tuin plaatsen?
Dat is afhankelijk van de situatie. Waarschijnlijk heeft u een vergunning nodig. Hiervoor moet u altijd contact opnemen met de gemeente.
Grootschalige energie opwekking
Wat is het beleid van Beesel met betrekking tot grootschalige energieopwekking?
Het beleid van Beesel met betrekking tot grootschalige opwekking is door de raad vastgesteld in de vorm van KODE Beesel. Deze kunt u op deze pagina vinden.
Waar zijn zonnevelden toegestaan?
Meer informatie over zonnevelden kunt u vinden op deze pagina.
Waarom geen Waterstof?
Op dit moment is de opwekking van waterstof volop in ontwikkeling. De ontwikkelingen zijn echter nog niet zo ver dat we ze gemakkelijk lokaal kunnen toepassen. We houden de ontwikkelingen in de gaten en als het interessant wordt, willen wij deze energiedrager zeker meenemen in de energiemix.
Waarom geen waterenergie uit de Maas?
De stroming van de Maas is niet regelmatig en niet sterk genoeg om hier veel stroom op te wekken.
Wellicht kan er wel warmte gewonnen worden uit de Maas of uit de ontgrondingsplassen. We onderzoeken in de warmteverkenning of deze aquathermie een interessante optie is.
Waarom geen geothermie?
Diepe Geothermie ligt in onze regio moeilijk, aangezien er kans is op aardbevingen. Het is afhankelijk van het besluit van het rijk of het op termijn is toegestaan. Het ziet er naar uit dat er geen toestemming komt.
Mogelijk is ondiepe aardwarmte wel een optie. Dat gaan we onderzoeken in de warmte verkenning.
Waarom geen kernenergie/thorium?
Kernenergie is erg duur en heeft een heel lang ontwikkelingsproces (geschat wordt 40 jaar). Daar kunnen we niet op wachten, want we moeten zo snel mogelijk van de fossiele brandstoffen af om klimaatverandering te stoppen. Verder hebben we als gemeente nauwelijks invloed op de besluitvorming. Het is aan het rijk om hierover te beslissen. Daarom zetten we in op beproefde technieken als zon- en windenergie. Als nieuwe technieken ontwikkeld worden, nemen we die zo mogelijk mee in de energiemix.
Energie besparen
Hoe kan ik als woningeigenaar meedoen met de regeling voor energie besparen?
Als eigenaar van een woning in de gemeente Beesel heeft u van ons een brief ontvangen met daarin een aantal vouchers. U ontving een voucher van 70 euro om energiebesparende producten aan te schaffen, informatie over een grootschalige inkoopactie en het laten doen van een energiescan. Op deze pagina kunt u meer informatie vinden.
Waar kan ik het best mee beginnen als ik energie wil besparen?
• Let bij de aanschaf van nieuwe apparatuur op het energieverbruik.
• Was op een lagere temperatuur
• Probeer altijd te wassen met een volle wastrommel.
• Ga efficiënt om met de vaatwasser. Gebruik hem pas als hij goed vol is.
• Laat eten eerst afkoelen voordat je het in de koelkast zet.
• Gebruik geen tweede koelkast. Wil je toch echt een tweede koelkast? Zet deze dan alleen aan op de momenten dat je de extra koelruimte echt nodig hebt.
• Ontdooi een vriezer zodra er een ijslaagje is ontstaan.
• Leg dekens op de bank.
• Zet de verwarming ‘s nachts uit, of heel laag.
• Gebruik radiatorfolie.
• Isoleer leidingen van de centrale verwarming.
• Gebruik tochtstrips.
Kijk ook eens op de pagina over energie besparen.
Wilt u binnenkort zonnepanelen, een warmtepomp of airco plaatsen? In sommige gevallen moet u hiervoor een vergunning aanvragen bij de gemeente. Lees hier welke regels en voorwaarden er zijn om zonnepanelen, warmtepomp of airco te plaatsen. (Deze link gaat naar een andere website)
Zijn er subsidies voor isolatiemaatregelen?
Op www.energiesubsidiewijzer.nl (Deze link gaat naar een andere website) staan alle financieringsmogelijkheden voor woningeigenaren op een rij.
Bent u woningeigenaar en wilt u minimaal twee energiebesparende (isolerende) maatregelen uitvoeren? U kunt voor deze maatregelen Subsidie energiebesparing eigen huis (SEEH) via Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) aanvragen, meer informatie hierover kunt u hier vinden.
Zijn er leningen voor isolatiemaatregelen?
Er zijn enkele stimuleringsleningen met een lage rente. Denk aan de Duurzaam Thuis lening van de provincie Limburg. Daarnaast zijn er ook duurzaamheidshypotheken. Op www.energiesubsidiewijzer.nl (Deze link gaat naar een andere website) staan alle financieringsmogelijkheden voor woningeigenaren op een rij.
Klimaatadaptatie
Wat is klimaat?
Het klimaat is het weer in een gebied over een langere periode (dertig jaar).
De temperatuur, windsnelheid, vochtigheid, luchtdruk, bewolking, neerslag en de seizoenen hebben invloed op het klimaat.
Klimaat is iets anders dan het weer. Klimaat gaat over de lange termijn. Het weer gaat over vandaag of morgen. Het weer is grillig en moeilijk te voorspellen, terwijl in het klimaat patronen zichtbaar zijn. Soms is het ene jaar iets kouder dan het andere, maar kijk je naar een reeks van jaren dan zie je dat de temperatuur steeds meer en steeds sneller stijgt. De hete zomers van 2018 en 2019 staat bijvoorbeeld niet op zichzelf: elk decennium is opnieuw warmer dan het vorige. Het wordt dus steeds warmer in Nederland.
Wat is klimaatverandering?
Het klimaat verandert doordat er steeds meer broeikasgassen in de lucht komen. Daardoor stijgt de temperatuur en warmt de aarde op. De temperatuur stijgt de laatste decennia bovendien steeds sneller. Klimaatverandering is daardoor meer en meer voelbaar. Ook in Nederland.
Een versterkt broeikaseffect wordt veroorzaakt doordat er meer broeikasgassen zoals CO2 en methaan in de lucht zitten. Er is een direct verband tussen de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer en temperatuurstijging. Hoe meer broeikasgassen, hoe warmer het wordt. Sinds de Industriële Revolutie (die rond 1750 begon) zit er veel meer CO2 (45% meer) en methaan in de atmosfeer. Vandaag de dag zitten er meer dan 400 deeltjes CO2 per miljoen deeltjes in de lucht, terwijl 350 deeltjes normaal was.
Wat zijn in Nederland de symptomen van klimaatverandering?
Klimaatverandering heeft enorme gevolgen. Het vervelende is dat de effecten niet direct zichtbaar zijn. We voelen nu pas de gevolgen van ons handelen van tientallen jaren geleden. Dat leidt tot:
• Hittegolven en droogte
• extreme regenbuien, zwaardere stormen en zeespiegelstijging
• Verlies van biodiversiteit (dat is de rijkdom aan dier- en plantensoorten)
Wat kunnen mensen zelf doen tegen klimaatverandering?
Het beste wat mensen in hun eigen omgeving kunnen doen is regenwater afkoppelen van het riool. Het regenwater moet dan op het eigen terrein in de bodem geïnfiltreerd worden. Dit kan door infiltratiekratten, maar ook door opvangen van water in een vijver of dergelijke. Informatie hierover vindt u op www.waterklaar.nl (Deze link gaat naar een andere website).
Belangrijk is ook om ervoor te zorgen dat de tuin zo weinig mogelijk verhard is met tegels. Een stenen omgeving zorgt ervoor dat het warmer is. Beplanting zorgt voor een prettiger klimaat en een betere luchtvochtigheid.
Wat is het probleem met biodiversiteit?
Er komen steeds minder dier- en plantensoorten in Nederland. Dit komt vooral doordat het landschap steeds effectiever is ingericht. De ruimte voor natuur neemt af en er is een toename van verkeer, bedrijventerreinen en woningen. Ook de intensivering van de landbouw en de klimaatverandering speelt een grote rol. Hierdoor is er steeds minder variatie in het landschap.
Soorten houden elkaar in evenwicht en als er steeds minder soorten komen, is de kans groter dat er één soort de overhand gaat nemen. Het wordt dan een plaag. Daarnaast is de afname van insecten ook een heel groot probleem voor de bestuiving van heel veel landbouwgewassen. De voedselvoorziening kan hierdoor in gevaar komen.
Waarom maait de gemeente de bermen bijna niet meer?
De gemeente laat elke 2 jaar een onderzoek uitvoeren naar de soorten in de bermen. De uitkomsten van dit onderzoek bepaalt of een berm één of twee keer per jaar wordt gemaaid. Hiermee willen we bloemrijke planten en kruiden stimuleren en de hoeveelheid grassen terugdringen. Als er meer verschillende soorten planten in de bermen groeien, komen er ook meer insecten en dus ook vogels en andere dieren. Hiermee wordt de biodiversiteit van de bermen groter.
Wat kan ik zelf doen om biodiversiteit te bevorderen?
Als eerste is het belangrijk om goed te begrijpen dat elk dier of elke plant enkele basisdingen nodig heeft om een goed bestaan te hebben:
- Voedsel (genoeg te eten en voldoende variatie in elk seizoen)
- Vocht (water om te drinken en eventueel te badderen)
- Voortplanting (voldoende partners in de omgeving, mogelijkheid tot het maken van een nest of hol)
- Veiligheid (schuilgelegenheid om te ontkomen aan aanvallers het gehele jaar door)
Voor elk dier en elke plant is de behoefte dus net wat anders. Als in een bepaald gebied wordt voldaan aan alle voorwaarden, dan zal de biodiversiteit hoger zijn. Zelf kunt u in uw tuin of balkon kijken hoe u deze voorwaarden kunt toepassen en er zijn heel veel mogelijkheden om hiermee de biodiversiteit te stimuleren:
- Het inzaaien van bloemen (voedsel voor insecten, en insecten zijn voedsel voor vogels)
- Een rommelhoekje in de tuin laten liggen (schuilgelegenhuid voor dieren)
- Insectenhotel plaatsen (schuil, nest- en overwinteringsgelegenhuid voor insecten)
- Plantenbakken met nectarhoudende planten (voedsel voor insecten)
- Ophangen van nestkastjes (nestgelegenhuid voor vogels)
- Doornenbosjes aanplanten (schuilgelegenheid voor dieren)
- Vijvertje, drinkbakje, fonteintje plaatsen (drinkgelegenheid)
- Stapel stenen laten liggen (schuilgelegenheid en zonplek voor reptielen)
- Voederbollen, zaad (voedsel)
Circulaire economie
Wat is circulaire economie?
In een circulaire economie gaan we veel slimmer om met onze grondstoffen. We gebruiken en verbruiken zo min mogelijk grondstoffen en gaan grondstoffen maximaal hergebruiken. Er worden producten ontwikkeld die zuiniger zijn en we vinden nieuwe, slimme manieren om ze te produceren. Daarna gaan we slimmer met ze om, door ze te delen en door te geven. Kortom, we gaan efficiënter om met grondstoffen; producten worden efficiënter ontworpen en materialen zoveel mogelijk hergebruikt. In een circulaire economie stappen we af van de lijn ‘produceren, consumeren en daarna weggooien’. We streven ernaar de cirkel zoveel mogelijk rond te maken zodat we kunnen voorzien in behoeften zonder onaanvaardbare milieudruk en zonder uitputting van natuurlijke hulpbronnen.
Waarom gaan we aan de slag met circulaire economie?
- Omdat de primaire grondstoffen (de grondstoffen die de mens delft zoals ertsen) eindig zijn. We gebruiken nu meer grondstoffen dan de aarde ons jaarlijks levert. De vraag naar grondstoffen zal verder toenemen als gevolg van de mondiale bevolkingsgroei (van ruim 7 naar 9 à 10 miljard wereldburgers in 2050), de snelgroeiende middenklasse in opkomende economieën en de toepassing van nieuwe technologieën waarvoor specifieke grondstoffen nodig zijn.
- Klimaat. Door het winnen van grondstoffen en de vervaardiging van producten komt CO2 vrij. In het Nationale Klimaatakkoord zijn afspraken gemaakt over de beperking van CO2-uitstoot. Door materiaalkringlopen kan er op een duurzamere manier geproduceerd worden. Op de schaal van Nederland verwacht men 10% CO2- besparing door een circulaire economie.
- Afhankelijkheid van andere landen. Nederland en Europa zijn in hoge mate grondstofafhankelijk van derde landen. Van de 54 kritieke materialen voor Europa, moet 90 procent worden geïmporteerd, vooral uit China
Wat kan ik zelf doen voor een circulaire economie?
Biomassa en voedsel
Tip 1: minder vlees eten
Voor de productie van vlees zijn veel grondstoffen nodig, zoals voer, water, kunstmest en brandstof. Voor 1 kilo vlees is gemiddeld 5 kilo plantaardig materiaal nodig is. Het is dus beter om dat plantaardige materiaal zelf op te eten en minder vlees te eten.
Tip 2: voorkom voedselverspilling
Gemiddeld gooien we jaarlijks ruim 40 kg goed eten per inwoner weg. Dat kost elke Nederlander ruim 140 euro per jaar. Dan zijn vloeistoffen zoals koffie en melk die via de gootsteen verdwijnen nog niet mee gerekend. Alle energie en grondstoffen die nodig waren om de etenswaren te telen, vervoeren, koelen en eventueel te bewerken en verpakken gaan hiermee ook verloren. Voorkom voedselverspilling door bewust te kopen (check je voorraad, maak een boodschappenlijstje), op maat te koken, eventuele restjes te bewaren in de vriezer of voor een prakje en je zintuigen te gebruiken als de THT-datum is bereikt.
Bouwen
- Tip 1: gebruik duurzame materialen
Particuliere verbouwingen leveren jaarlijks 41 kg bouw- en sloopafval op per persoon. Ga je verbouwen, kies dan voor duurzame materialen. En kijk ook eens naar tweedehands of gebruikte bouwmaterialen, daar is een levendige handel in. Probeer goed in te schatten hoeveel materiaal je nodig hebt, zodat je niks overhoudt. - Tip 2: geef je bouwmateriaal een tweede leven
Bent u klaar met de verbouwing, kijk dan of je oude materialen of materialen die u over hebt, kunt gebruiken voor wat anders. Maak bijvoorbeeld van uw houten vloer een nieuwe tafel. Of verkoop het/geef het weg. Als u uw bouw- en sloopafval naar de milieustraat brengt, gooi de materialen dan gescheiden in de juiste bakken.
Consumptiegoederen
Tip 1: deel uw spullen
Wanneer u samen doet met spullen zoals een partytent, hogedrukspuit, auto of bakfiets scheelt dat voor het milieu en in uw portemonnee. Er hoeven minder spullen gemaakt te worden en er wordt minder weggegooid. Online platforms maken het makkelijker om elkaar te vinden voor ruilen, huren, delen of gezamenlijke inkoop.
Tip 2: koop tweedehands
Tweedehands artikelen kunnen een flinke milieuwinst opleveren. Het verlengen van de levensduur spaart namelijk grondstoffen, energie en afval. Gebruik je een product maar kort, zoals babykleding? Of is het onverslijtbaar, zoals een partij tuintegels? Dan loont het zeker om het tweedehands aan te schaffen en het na gebruik weer door te verkopen. Uitzondering hierop zijn vriezers, koelkasten en drogers: nieuwe zijn vaak zuiniger dan drogers, vriezers en koelkasten van 8 jaar of ouder.
Kunststoffen
Tip 1: neem uw eigen tas en waterfles mee
Ondanks het verbod op gratis plastic tasjes gebruiken we toch nog meer dan 50 plastic tassen per jaar. Als u altijd een (opvouwbare) tas bij u heeft, hoeft u nooit meer een tasje aan te nemen. Sla ook gratis papieren tassen af: die belasten het milieu net zo veel of zelfs meer dan plastic. Wist u dat er per dag 800.000 plastic waterflesjes verkocht worden? Kraanwater is ook nog eens 500x goedkoper dan verpakt water.
Tip 2: lever plastic verpakkingen gescheiden in
In de meeste gemeenten kun je plastic verpakkingen, samen met metalen en drinkpakken, gescheiden inleveren. Nu wordt zo’n 40% gerecycled en gebruikt als grondstof voor nieuwe producten. Maar heel veel plastic verpakkingen (12 kilo per persoon per jaar) belanden nog in het restafval, worden verbrand, en gaan zo verloren voor hergebruik. Gooi uw plastic verpakking dus altijd gescheiden weg. Kijk op de afvalscheidingswijzer als u niet zeker weet wat ue waar moet weggooien.
Maakindustrie
Tip 1: lever uw oude mobieltje in
In 1000 kilo mobiele telefoons (zonder batterijen) zit 140 kilogram koper, 3,14 kilogram zilver, 300 gram goud, 130 gram palladium en 3 gram platina. In 200 mobieltjes zit genoeg goud voor één trouwring. Het is belangrijk om dergelijke kostbare grondstoffen in de kringloop te houden. Niet alleen voor het geld, maar ook omdat het om conflictmineralen1 kan gaan, zoals kobalt. Ook als het niet om conflictmineralen gaat, gaat de winning van delfstoffen gepaard met milieuproblemen.
Tip 2: repareer uw spullen
Goed onderhoud en reparatie verlengen de gebruiksduur van producten. Nederlanders gooien jaarlijks meer dan 100 miljoen kleine apparaten, zoals een koffieapparaat of smartphone weg. Een aanzienlijk deel daarvan had gerepareerd kunnen worden. Uit de Reparatiemonitor van de Repair Cafés blijkt dat 65% procent van de binnengebrachte apparaten goed gerepareerd is. Wanneer dat niet het geval is, is dat meestal omdat onderdelen niet verkrijgbaar zijn of omdat een product niet goed kan worden gedemonteerd.
Mobiliteit
Wat houdt het project Mobie in?
Mobie, duurzame deelmobiliteit is een op schaalgrootte uniek project van de acht Noord-Limburgse gemeenten. Voortaan rijden (een groep van) medewerkers met de elektrische Mobie-bike en Mobie-car (aangevuld met OV) zakelijke ritten. Gedurende een jaar wordt ervaren hoe duurzame deelmobiliteit in de veelal plattelands omgeving werkt om vervolgens op te schalen.
Wat houdt het project DeeldeZon in?
DeeldeZon combineert zonnedaken op scholen, sporthallen en gemeentelijke gebouwen in de directe omgeving van woonwijken aan bi-directionele laadpalen en elektrische deelauto’s. De elektrische deelauto’s kunnen direct van de zonnepanelen lokale stroom ontvangen, maar ook terug leveren aan het gebouw waar de stroom vanaf komt. Dit kan op de momenten dat de zon minder schijnt of de vraag naar elektriciteit groot is. De auto dient dan als accu. Op deze pagina vindt u meer informatie over dit project.
Regionale Energie Strategie (RES)
Wie is de RES Noord- en Midden Limburg?
De vijftien gemeenten van Noord- en Midden Limburg vormen samen met de Provincie, het Waterschap en Enexis een RES-regio. Zij maken samen met maatschappelijke organisaties, bedrijven en inwoners keuzes voor een duurzamer Noord- en Midden Limburg.
Wat is de RES?
De RES (Regionale Energie Strategie) is een samenwerking tussen overheden, maatschappelijke partners, inwoners en bedrijven. Samen maken we keuzes over:
• Hoe we energie gaan besparen zodat we minder op hoeven te wekken.
• Hoeveel duurzame elektriciteit we gaan opwekken en waar.
• Hoe we duurzame warmte gaan gebruiken zodat we stap voor stap van het aardgas af kunnen.
• Hoe we als regio samenwerken en de omgeving betrekken bij onze keuzes.
De RES is ook een ‘product’ dat we indienen bij het Rijk. De keuzes die we maken leggen we hierin vast. De RES heeft een horizon van 2030 met een doorkijk naar 2050.
Waarom een RES?
In 2019 heeft Nederland in het Klimaatakkoord afgesproken dat onze CO2-uitstoot in 2030 49% lager moet zijn dan in 1990. En in 2050 zelfs 95% lager. De 30 RES-regio’s in Nederland onderzoeken hoe ze hier aan bij kunnen dragen. Duurzame oplossingen, zoals grootschalige wind- en zonprojecten en warmtenetten, gaan vaak over gemeentegrenzen heen. Hier is regionale afstemming voor nodig. Daarnaast zorgt de RES ervoor dat partijen elkaar vinden, kennis met elkaar delen en samenwerken.
Hoe zie het proces eruit?
Op 1 oktober 2020 hebben we de eerste versie van de RES ingediend bij het Rijk: de concept RES. Deze wordt nu verder uitgewerkt tot de RES 1.0. die wordt vastgesteld door de gemeenteraden, Provinciale Staten en het algemeen bestuur van Waterschap Limburg. Op grond van ervaringen, nieuwe inzichten en nieuwe ontwikkelingen stellen we de RES elke twee jaar opnieuw bij.
Wie worden bij de RES betrokken?
We willen zoveel mogelijk mensen betrekken bij de keuzes die we maken om zo tot een haalbare en gedragen strategie voor onze regio te komen. In de eerste versie van de RES (de concept RES) hebben we vooral de technische mogelijkheden voor onze regio onderzocht. Nu onderzoeken we samen met inwoners, bedrijven en maatschappelijk organisaties wat we willen in onze regio. Dit gebeurt zowel op regionaal niveau als op lokaal niveau.
Wat hebben we afgesproken in de RES?
In de concept RES hebben we afgesproken dat in 2030:
• Er 25% minder CO2 wordt uitgestoten door energie te besparen en door op daken van woningen en gebouwen zonnepanelen te leggen.
• Er 1,2 terawattuur duurzame elektriciteit wordt opgewekt door grootschalige zon- en windprojecten. Hiermee doen we als regio een eerlijke bijdrage aan de landelijke opgave van 35 terawattuur. Voor die 1,2 terawattuur zijn ongeveer 70 windturbines of 1.600 hectare (circa 2.000 voetbalvelden) aan zonnepanelen nodig. Deze projecten moeten in 2025 vergund zijn en in 2030 gerealiseerd.
• Het streven naar 50% lokaal eigendom van de grootschalige energieprojecten in de regio. Dit betekent dat inwoners de kans moeten krijgen om voor minimaal de helft eigenaar te worden, bijvoorbeeld via een energiecoöperatie.
Nederland wil in 2050 van het aardgas af en 100% duurzame warmte gebruiken. Als regio hebben we inzichtelijk gemaakt welke alternatieve warmtebronnen er beschikbaar zijn en hoe deze lokaal of regionaal benut gaan worden.
Moeten we niet meer inzetten op energie besparen in plaats van opwekken?
We hebben bewust gekozen om ook energiebesparing mee te nemen in onze plannen (dit is niet verplicht vanuit het Rijk). Want wat niet wordt verbruikt, hoeft ook niet worden opgewekt. We zetten daarom ook fors in op energiebesparing. Dit is misschien wel de grootste opgave die we hebben. We kunnen het energiegebruik echter niet tot nul reduceren; wel kunnen we het resterende energiegebruik verduurzamen (van fossiele naar hernieuwbare bronnen). Naast het besparen van energie blijft het dus nodig om energie duurzaam op te wekken.
Waar gaan we grootschalige elektriciteit opwekken?
Van de 1,2 terawattuur die we duurzaam willen opwekken is 11% al gerealiseerd in onze regio. En 65% van de ambitie kunnen we waarmaken met projecten die al in de planning staan. Voor de opgave die er dan nog overblijft, kijken we eerst naar nog meer zon op grote daken en de rest gaan we opwekken met zon en wind op land. We weten nog niet precies waar de zon- en windprojecten komen. We hebben wel globaal in beeld waar het zou kunnen; dit noemen we potentiegebieden. Hiervoor hebben we gekeken waar grote projecten het beste passen in het landschap en wat gemeenten al hebben vastgelegd. We weten ook waar het zeker niet kan, bijvoorbeeld in belangrijke natuurgebieden. In de MER gaan we in beeld brengen wat de milieueffecten per potentiele locatie zijn en worden inwoners betrokken. Zo kunnen bestuurders op basis van technische data en inbreng van inwoners een weloverwogen keuze maken over waar projecten uiteindelijk gerealiseerd kunnen worden.
Waarom worden niet eerst alle daken met zonnepanelen vol gelegd?
Om onze ambities te behalen is het nodig om zowel zonnepanelen op daken te leggen als zonneparken en windprojecten te realiseren. Er is niet voldoende (geschikt) dakoppervlakte in Nederland beschikbaar om onze ambities te behalen.
Is er genoeg capaciteit op het elektriciteitsnet voor de plannen uit de RES?
Netbeheerder Enexis is vanaf het begin betrokken bij de RES. Zij hebben voor verschillende scenario’s in kaart gebracht of het huidige elektriciteitsnet voldoet en welke aanpassingen er nodig zijn. Het is mogelijk dat er net schaarste ontstaat. Dit wordt meegenomen in de keuze die we moeten maken tussen de verschillende scenario’s voor grootschalige opwek. Er zullen in ieder geval uitbreidingen van het net nodig zijn, welke keuze wij ook maken.